Kamerlid
Kruimelpad
Vraag aan minister Vandenbroucke over de overconsumptie van antidepressiva
Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal gemakkelijkheidshalve naar mijn ingediende vraag verwijzen.
"Professor Thierry Christiaens (UGent) waarschuwt voor het zorgwekkende langdurige gebruik van psychofarmaca, zoals antidepressiva en slaapmiddelen, in België, waaruit blijkt dat een op de vier Belgen in 2022 een psychofarmaca gebruikte. Dit is ook een van de thema's die momenteel hangende is bij de wetgevende initiatieven in de commissie waar ik zelf ook een resolutie voor indiende. Dr. Christiaens benadrukt de bezorgdheid met name voor langdurige gebruikers, waarvan een op de drie meer dan drie jaar antidepressiva inneemt. Dit is deels te wijten aan culturele verschillen en een gebrek aan bewustzijn over het exacte gebruik van deze medicijnen. Zowel artsen als patiënten zijn terughoudend om ermee te stoppen. In de media wordt het stijgend gebruik van antidepressiva gemeld, vooral bij jonge vrouwen. De sensibiliseringscampagne van het ministerie van Volksgezondheid beoogt professionals in het veld, waaronder psychologen, artsen en apothekers, te informeren over de problematiek en samenwerking met patiënten om medicatiegebruik te verminderen en te begeleiden.
Graag verneem ik het volgende van u.
(1) Kunt u de recente cijfers en trends met betrekking tot het gebruik van psychofarmaca in België delen, met inbegrip van het aantal langdurige gebruikers?
(2) Hoe evalueert u de impact van het langdurige gebruik van psychofarmaca op de gezondheid en het welzijn van de bevolking?
(3) Wat zijn de maatregelen die u zal nemen om het langdurige gebruik van psychofarmaca te verminderen en patiënten te sensibiliseren over de risico's van dergelijk langdurig gebruik?
(4) Kunt u meer informatie verstrekken over de recente sensibiliseringscampagne van uw ministerie?
(5)Hoe beoogt deze campagne samen te werken met zorgverleners en patiënten om de problematiek van langdurig gebruik van psychofarmaca aan te pakken?"
Frank Vandenbroucke, minister: Mevrouw Depoorter, het gebruik van psychofarmaca, antidepressiva, slaap- en kalmeermiddelen, antipsychotica en psychostimulantia is hoog, eigenlijk verontrustend hoog, in ons land. Op basis van de IQVIAgegevens, die geanalyseerd werden door de FOD Volksgezondheid, namen naar schatting meer dan 3 miljoen Belgen minstens één psychofarmacon in 2022. Op basis van IQVIA- en RIZIV-gegevens constateerden we dat er meer dan 810 miljoen DDD's aan psychofarmaca afgeleverd werden in open officina in 2022. Voor antidepressiva, antipsychotica en psychostimulantia zien we nog geen stabilisering of daling van het gebruik wanneer wij kijken naar de afgelopen tien jaar. Alleen voor slaap- en kalmeermiddelen zien we een daling, al blijft België een van de grootste verbruikers ter wereld. U vindt alle mogelijke gegevens op de website gezondbelgië.be van het RIZIV.
Het gebruik van psychofarmaca kan nodig zijn, maar binnen een bepaald kader. Het is belangrijk te beseffen dat psychofarmaca een verdovende of symptoomreducerende werking hebben, maar dat ook de onderliggende problematiek aangepakt moet worden. Bij langdurig gebruik moet er ook worden gekeken naar de bijwerkingen of zelfs een verminderde kwaliteit van leven. Vooral bij ouderen worden heel wat nevenwerkingen gedocumenteerd. Afhankelijk van de molecule spreken we van afhankelijkheid, valrisico, een negatieve invloed op het geheugen, duizeligheid, droge mond, afgevlakte emoties, seksuele stoornissen, gewichtstoename enzovoort. Dat kan worden vermeden door de behandeling nauwgezet op te volgen en, zodra mogelijk, een afbouw voor te stellen.
U vroeg welke maatregelen ik neem. Het gaat over ontwikkeling, verspreiding en implementatie van klinische richtlijnen via ebpracticenet. Projecten omtrent de klinische richtlijnen insomnia en depressie bij volwassenen lopen. We vergroten de bewustwording bij gezondheidsprofessionelen via campagnes. Mevrouw Zanchetta, uw vraag ging daarover.
We ondersteunen artsen, apothekers en psychologen met vorming, praktische instrumenten en de conventie over psychologische zorg in de eerste lijn voor een niet-medicamenteuze aanpak. De ondersteuning bij afbouw – u kent het terugbetaalde programma voor afbouw via magistrale bereidingen bij de apothekers – is ook een groot succes. Er is de monitoring van voorschriften en voorschrijfpraktijken.
De campagne die gelanceerd werd op 18 september, voor een periode van negen maanden, is de opstart voor het verder op punt stellen van een kordaat psychofarmacabeleid. We moeten ook kijken naar het overaanbod van bepaalde psychotrope geneesmiddelen. Het gaat over een campagne voor professionelen, zoals ik heb gezegd aan mevrouw Zanchetta.
In de komende maanden, na de start met een algemene campagneboodschap, zullen we specifieke boodschappen verspreiden, waarbij we inzoomen op bepaalde aspecten, bijvoorbeeld een focus op jongeren, een focus op slaap- en kalmeermiddelen en een focus op de afbouw van psychofarmaca.
De campagne wordt verspreid via sociale media, nieuwsbrieven, gespecialiseerde pers en Google Performance Max. De kanalen van de FOD Volksgezondheid worden daarvoor gebruikt, evenals de kanalen van de partners van de campagne, Domus Medica, SSMG, VVKP, UPPCF, HPB, FAGG en RIZIV.
Ik denk dat we mogen zeggen dat die campagne het resultaat is van een jarenlange samenwerking met de betrokken beroepsgroepen. Ze zijn vertegenwoordigd in BelPEP, het platform dat de FOD Volksgezondheid daarover sinds 2013 adviseert. Met de campagne willen we de vele tools die ontwikkeld werden en ter beschikking staan van zorgverleners en hun patiënten opnieuw onder de aandacht brengen. Het zijn praktische instrumenten die in de dagelijkse praktijk gebruikt kunnen worden, maar ook klinische richtlijnen, zorgpaden, een vormingsaanbod, enzovoort.
Kathleen Depoorter (N-VA): Het is inderdaad een bezorgdheid. Psychofarmaca kunnen goed werk doen, maar kunnen evenveel de levenskwaliteit van de persoon die ze neemt bedreigen, met valrisico's, afhankelijkheid enzovoort. Het afbouwschema binnen de officina is inderdaad een succes en het is goed dat het werkt.
Ik wil toch aandringen op de uitbreiding naar jongeren en kinderen. Dat is ook een groep waarvoor we een toenemende bezorgdheid rond psychofarmaca kunnen vaststellen. U ontwikkelt klinische protocollen. Dat is goed. Hopelijk waarborgt en garandeert u daarbij zeker de therapeutische vrijheid. In de geestelijkegezondheidszorg zijn er, zoals u vaak aanhaalt, al veel stappen gezet, maar moet er nog vooruitgang geboekt worden om ervoor te zorgen dat die psychofarmaca tijdens korte termijnen gebruikt kunnen worden, om daarna een duurzame begeleiding van de patiënt te kunnen opstarten.