Voormalig minister De Backer maakte zich in augustus sterk dat we in september 90.000 testen per dag zouden kunnen doen, door te investeren in een federaal testplatform bis.
Beloofde testcapaciteit niet gehaald
Die deadline werd niet gehaald. Eind oktober zitten we nog steeds niet aan die 90.000 testen. De nieuwe regering belooft wel beterschap, maar pas tegen december. Terwijl die testcapaciteit nú nodig is. Als nu zou blijken dat de Belgische regering op de hoogte was van potentiële extra testcapaciteit, maar daar niets mee heeft gedaan, dan is dat volgens de Kamerleden opnieuw een misser van formaat.
Gebrek aan daadkracht
Volgens Frieda Gijbels ontbreekt het de federale regering aan daadkracht en proactiviteit. “Ook nu wordt dat pijnlijk duidelijk. Hoe kan het nu dat er geen alternatieven worden gezocht als blijkt dat het opschalingsplan niet werkt? We testen misschien meer dan in vele andere landen, maar het droeve feit is dat we ook nu weer zwaarder getroffen worden dan andere landen. Die testcapaciteit hebben we dus zélf nodig. We moeten maximaal inzetten op het detecteren en isoleren van besmette personen, willen we dat onze gezondheidszorg niet implodeert.”
Gemiste kans
Kathleen Depoorter beaamt. ‘’Het is niet voldoende om onszelf op de borst te kloppen met het feit dat onze testcapaciteit van de hoogste in Europa blijft. De pijler in ons beleid rond Covid is testen en tracen, het is dan ook absoluut een gemiste kans dat de presymptomatische patiënt niet meer getest wordt op vandaag. Als ik nu lees dat Nederland wel de creativiteit had om met Europese testlabs te werken, vraag ik mij af waarom wij niet. Waarom is het KB dat een samenwerking tussen verschillende labs reguleert nog altijd niet gepubliceerd? En waarom nam onze regering geen contact op met deze testplatforms? Ik begrijp dat de nieuwe regering ambitieus gestart is, maar op dit moment ben ik dan toch wel echt niet onder de indruk. En al zeker niet als ook zou blijken dat er wel degelijk afspraken gemaakt zijn tussen de Nederlandse minister van volksgezondheid en minister Vandenbroucke.”