Kamerlid
Kruimelpad
Vraag aan minister Vandenbroucke over de terugbetaling van psychodiagnostisch onderzoek
Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, we zijn het erover eens dat de nood aan en de vraag naar psychologische ondersteuning heel groot is. Een goede psychologische toegang is belangrijk en het besef rijpt dat patiënten met aandoeningen niet enkel fysiek maar ook geestelijk geholpen moeten worden. Het is evenwel zo dat patiënten zelf een psychodiagnostisch onderzoek (PDO) moeten betalen, indien zij zo’n onderzoek wensen. De kostprijs ervan kan aanzienlijk zijn, want er is geen financiële bijdrage van het RIZIV. Nochtans kan een juiste diagnose veel leed in een later stadium voorkomen. Een snelle diagnose is uiteraard ook belangrijk.
(1) Meent u dat een correcte psychologische ondersteuning onderdeel moet uitmaken van een zorgtraject?
(2) Gaat u akkoord met de stelling dat een vroege diagnose een beter zorgtraject garandeert op lange termijn?
(3) Overweegt u om het psychodiagnostisch onderzoek volledig of gedeeltelijk terug te betalen? Wat zijn uw eventuele plannen daaromtrent?
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Depoorter, correcte psychologische ondersteuning moet inderdaad een onderdeel uitmaken van zorgtrajecten. Zorgtrajecten kunnen heel vaak het best multidisciplinair worden opgevat en heel vaak is een psycholoog daarin een belangrijke actor. Dat is ook de reden waarom we investeren in niet alleen de eerstelijns psychologische zorg, maar ook in samenwerkingsverbanden, in vindplaatsen en in zorgtrajecten.
Vervolgens vraagt u of ik akkoord ga met de stelling dat een vroege diagnose een beter zorgtraject garandeert op lange termijn. Vanuit een gezondheidsstandpunt is het zeer zinvol om aan te dringen op niet alleen preventie, vroegtijdige opsporing en behandeling, maar ook op een zo correct mogelijke detectie. Dat is de basisfilosofie van wat we nu uitrollen. Het is in het bijzonder ook belangrijk voor kinderen, jongeren, adolescenten.
Ik kom tot uw concrete vraag of we psychodiagnostisch onderzoek volledig of gedeeltelijk zouden terugbetalen. De huidige overeenkomst inzake psychologische zorg is in de eerste plaats gericht op vraagverheldering en diagnosestelling van lichte tot matig ernstige problemen. Voor een meer uitgebreid psychodiagnostisch onderzoek kan een beroep worden gedaan op andere, meer gespecialiseerde voorzieningen zoals de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de centra voor ambulante revalidatie en de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Dat zijn typisch bevoegdheden van de deelstaten. Ik wil dat daarmee niet van mij afschuiven, maar als we dat belangrijk vinden, zouden we met de deelstaten moeten bekijken wie wat doet en of dat niet daar meer moet worden ontwikkeld.
Kathleen Depoorter (N-VA): Vroege diagnoses zijn absoluut ontzettend belangrijk, juiste diagnoses uiteraard ook. Het is wat makkelijk om het af te schuiven op een interfederaal overleg. Dit onderzoek kost de patiënt toch wel ongeveer 400 euro.
Toevallig heb ik dit weekend nog een getuigenis gehoord van een patiënt die al een hele tijd in behandeling is, maar nog altijd geen correcte diagnose heeft. Ik ben ervan overtuigd dat de patiënt kostbare tijd verliest en het RIZIV kostbaar geld. Uiteindelijk zal er immers een beetje geëxperimenteerd worden met terugbetaalde antipsychotica, wordt er eventueel een opname gefaciliteerd. Een psychodiagnostisch onderzoek zou deze patiënt misschien sneller op weg kunnen helpen en zou u geld kunnen besparen. Dat lijkt mij enkel een win-win.