Het Rekenhof stelt vast dat de financiële verslaglegging van het RIZIV ernstige gebreken vertoont. De rekeningen zijn niet opgesteld volgens de wettelijke standaarden. Daarnaast rapporteert de controle-instantie fouten bij de verwerking van kosten en opbrengsten, onvolledige registratie van schulden, vorderingen, én onjuiste rapportering van reserves. De gebrekkige opmaak leidt ertoe dat de financiële positie van het RIZIV onduidelijk blijft. 

Laattijdige indiening maakt controle onmogelijk

Het RIZIV slaagt er opnieuw niet in om zijn rekeningen tijdig of zelfs maar gedeeltelijk in te dienen. Het Rekenhof haalt het laattijdig aanleveren van de rekeningen dan ook aan als een tekortkoming en stelt vast dat de regels rond vastgestelde rechten niet worden toegepast. Daardoor worden bepaalde uitgaven en ontvangsten niet in het correcte jaar ingeschreven. “Op die manier is het bijvoorbeeld onmogelijk om de uitbestedingen voor het fonds voor het zorgpersoneel te controleren of de toepassing van de boni en de mali van de ziekenfondsen,” licht Depoorter toe.

Chaos in vastgoedopbrengsten en internationale vorderingen

De verhuizing van het RIZIV naar het Galileigebouw in Brussel moest bijdragen aan efficiënter gebruik van middelen. Omdat het RIZIV nalatig omgaat met vastgoedopbrengsten, loopt de instelling bijna 20 miljoen euro mis. Zo werd een bedrag van 7,3 miljoen euro aan huur en 1,3 miljoen euro aan onroerende voorheffing niet geïnd, terwijl 10,7 miljoen euro aan renovatiekosten ten onrechte door het RIZIV werd gedragen in plaats van de Regie der Gebouwen.

Daarbovenop zijn er onduidelijkheden rond internationale vorderingen van het RIZIV. De openstaande bedragen liepen in 2020 op tot 439,7 miljoen euro en worden door het Rekenhof in twijfel getrokken. 

Budgettaire verantwoordelijkheid

Vorig jaar maakte Depoorter al gewag van het financieel wanbeheer. Ze vindt het onaanvaardbaar dat het RIZIV er opnieuw niet in slaagt om financiële zaken op orde te hebben. “Ik zal deze kwestie blijven opvolgen en aandringen op structurele verbeteringen. De budgettaire verantwoordelijkheid binnen de gezondheidszorg moet gewaarborgd blijven voor onze patiënten en zorgverstrekkers”, besluit ze.