De N-VA hoopt dat we anno 2020 stilaan kunnen evolueren naar een échte internationale samenwerking. Met alle landen moeten we een gezonde maar vooral volwassen relatie nastreven, één die uitgaat van onderhandelingen op gelijke voet, peer to peer, met gelijke rechten en plichten voor beide partners.
Mensen uit armoede halen
Afhankelijk van economische, sociale of maatschappelijke problemen die onze partners ondervinden kunnen we inspringen en een ontwikkelings- of ondersteuningsluik aan onze samenwerking toevoegen. Onze steun, zij het financieel, zij het technisch, moet erop gericht zijn om het land klaar te maken om rechtszekerheid en bescherming te bieden aan haar burgers, een eigen onafhankelijke private sector te ontwikkelen en een veilige omgeving te creëren voor economische groei. Dat is de enige manier waarop we landen en mensen structureel uit de armoede kunnen halen.
Minister Kitir: archaïsche symptoombestrijding
Wat minister Kitir hier voorstelt is eigenlijk de archaïsche ontwikkelingssamenwerking, die niet meer doet dan symptoombestrijding. Onverantwoord volgens de N-VA en geen verstandige besteding van het belastinggeld. De wereldbevolking blijft stijgen en al zeker in Afrika. Met mooie principes en het opentrekken van de portefeuille alleen komt men er niet. Indien deze maatschappijen geen veerkracht, zelfstandigheid en weerbaarheid opbouwen, dan zal dat een nefaste impact hebben op de ganse wereld. Vandaar het belang om tot een onderbouwd en doordacht beleid aan internationale samenwerking te komen, dat loskomt van het paradigma van de Westerse weldoener en de Afrikaanse ontvanger.
Niet alleen méér doen, maar vooral béter doen
De minister wil meer middelen voor haar beleid, maar zonder enige motivatie anders dan ‘we moeten meer doen’. Ja, we moeten meer doen, maar we moeten vooral beter doen. De N-VA stelt dat zo’n groeipad en budgettaire injectie moeten afhangen van concrete, aantoonbare resultaten door haar departement met een groeiende efficiëntie en de wil tot innovatie.
Geen algemene principes, maar concrete doelen
Eerder dan ons een lezing te komen geven over dat we moeten bouwen aan een betere wereld zou de minister moeten aankondigen dat de federale regering met de partnerlanden concrete gezamenlijke doelstellingen uitwerkt, met klare normen voor efficiëntie, kwaliteit en innovatie. Bijvoorbeeld: deze legislatuur 80.000 extra jobs in onze partnerlanden met hulp van de Belgische internationale samenwerking. Hetzelfde geldt ook voor ons beleid rond geboorte- en levensplanning van vrouwen, voor klimaattransitie… geen algemene principes maar concrete doelen.
Gebrek aan realiteitszin
Dat gebrek aan ambitie of realiteitszin uit zich in een verdere investering in partnerschappen die soms al jaren vastzitten en dat naar alle waarschijnlijkheid ook zullen blijven de komende jaren. De N-VA wijst erop dat de ambitie van de minister om vlot in te spelen op noden en crisissen onmogelijk is als men vastgeklonken zit en met oude recepten blijft koken. Heel concreet, het recht op voedselzekerheid wordt in de nota op kortzichtige wijze vertaald tot steun (subsidies) voor kleinschalige (familiale) landbouwers.
Geen visie op ngo’s
Zo ook een bijzonder conservatieve benadering wat het middenveld betreft en het initiatiefrecht van de ngo’s, die nochtans voor 80 procent door de overheid gefinancierd wordt. Ook hier ontbreekt duidelijk een visie op wie er nu juist de leiding neemt en controle op kwaliteits-, effectiviteits- en efficiëntie-eisen. “Wie een echt betrokken en onafhankelijk middenveld wil, spoort ngo’s aan om andere financieringsbronnen te mobiliseren en hun taak te vervullen om ook de burgers en bedrijven actief te motiveren om vrijwillig bij te dragen”, zegt Depoorter.
Minister mist start
“Hoewel de mogelijkheid er voor de paars-groene regering absoluut was om een innoverend en ambitieus plan rond internationale samenwerking uit te werken lijkt ze met deze nota haar start te missen. Voor het parlement is het zonder concrete cijfers en duidelijke projecten onmogelijk te beoordelen of de minister haar beloftes ook structureel kan onderbouwen. Hopelijk kunnen we in de commissie toch nog enige broodnodige antwoorden van de minister krijgen”, besluit Kathleen Depoorter.