Vanachter mijn apothekerstoog stel ik al jaren het stijgende en maatschappelijk meer en meer aanvaarde druggebruik vast. Of om het in hedendaags jargon te schrijven: er woedt een drugsepidemie in ons land en bij uitbreiding in Europa. En de paars-groene regering heeft er geen antivirale middelen voor. Meer nog, ze stimuleren zonder enige schaamte het druggebruik. Gelukkig is dat buiten de N-VA gerekend. Want wij zijn voor een drugsbeleid met visie dat rust op drie pijlers: preventie, hulpverlening en ordehandhaving.
Spuiten en slikken
Drugs is de voorbije decennia zeer toegankelijk geworden. De gebruiker kan met één bericht in alle discretie middelen aan huis laten leveren. En eenmaal in het contactboekje van de dealer, krijgt de gebruiker regelmatig promoties toegestuurd. De organisatie van drugsdistributie is akelig efficiënt geworden dankzij moderne technologie. Intussen kijkt de federale regering rustig de andere kant op.
‘Vrijheidsstrijder’ en huidig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne loopt daarbij op kop. Die verklaarde in 2008 zelfs nog dat ‘België beter zelf coffeeshops opent’. Een uitspraak die niet bepaald getuigt van een grote verantwoordelijkheidszin op vlak van drugsbeleid. Nog niet lang geleden raakte ook bekend dat Brussel spuitruimtes ging inrichten, zoals er al eentje bestond in Luik. Ruimtes waar je in ‘in alle veiligheid’ kunt gebruiken om drugsoverlast in te perken. Maar uit een interview in La Meuse met de burgemeester van Luik bleek dat de overlast juist immens bleef. Van waar dan de keuze om dit ook in Brussel in te richten?
Daarnaast botst deze beslissing ook met de federale wetgeving. De Vivaldiregering zal dus de keuze moeten maken of ze die zullen wijzigen of niet. De socialisten, groenen en liberalen zijn alleszins bereid om te spreken over een legaal kader, maar niet zonder een woeste tegenstand van coalitiepartner CD&V. Zij keerden zich al regelmatig tegen het idee.
Preventie en behandeling
Als we naar de problematiek rond verdovende middelen kijken kunnen we echter niet stoppen bij de spuit of het reepje aluminiumfolie waarop het goedje wordt verdampt. De gevolgen van harddrugs zoals LSD en ecstasy lijden al evenzeer tot verloren generaties en gebroken families. Het is daarom niet verwonderlijk dat antipsychotica in de top 25 van de voorschreven substanties te vinden zijn. De hoogst invasieve substanties die illegale drugs zijn en het veralgemeend gebruik van cannabis leiden tot een hogere incidentie van psychosen. Dat druggebruik een trigger vormt voor psychotische symptomen kan zelf de meest progressieve stem niet weerleggen.
Ik ben van mening dat voorkomen beter is dan genezen. Op vlak van preventie en sensibilisering kan er dus nog zeker een tandje worden bijgestoken. De versnippering van het drugspreventiebeleid is uiteraard een belemmerende factor om doordacht, efficiënt en dicht bij de gebruiker beleid te voeren.
Er is een grote groei aan initiatieven en organisaties, wat op zich positief is. Maar doordat ze elks een eigen visie een aanpak hebben, zorgt dat voor een gebrek aan coherentie waardoor de boodschap niet voldoende aankomt.
Geen drugs gebruiken is evident de beste manier om druggerelateerde problemen te vermijden. Maar als het dan toch fout loopt moet de zorg toegankelijk, duidelijk en opbouwend zijn. Er bestaat een waaier aan zorgvormen die de gebruiker kunnen opvangen, maar ook hier is er sprake van een gebrek aan ééndracht en te veel versnippering. Gebruikers belanden na de noodopvang bijvoorbeeld op enorm lange wachtlijsten, terwijl die tijd heel cruciaal is.
Een globaal en geïntegreerd drugsbeleid op niveau van de deelstaten is het antwoord om op een snelle, adequate manier, los van Interministeriële Conferenties en praatbarakken te werken aan preventie en behandeling.
Arsenal of Democracy
Het is ondertussen kristalhelder dat we de drugsepidemie niet zullen oplossen noch door legalisatie, noch door wilde ideeën zoaals spuitruimtes. De drugswet van 2003 is ontoereikend en heeft zijn doel volledig gemist. Het heeft ironisch genoeg nét tot het resultaat geleid dat druggebruik maatschappelijk geïntegreerd is en ondertussen de spuigaten uitloopt.
Het is tijd voor een nieuwe aanpak op alle niveaus. We moeten wetgeving aanpassen waar nodig en meer inzetten op drugspreventie, alsook op opvolging van gebruikers. Maar laten we één ding niet vergeten: de individuele verantwoordelijkheid van de occasionele gebruiker kan in dit debat niet ontzien worden. Wie drugs gebruikt, ook al is het maar ‘soms’, steunt criminaliteit, ondermijnt de inspanningen van de ordediensten en uiteindelijk ook de veiligheid van iedereen.